​UGent komt met opiniestuk over ... opinies over duurzaamheid

25.01.2017
Kollebloem © Kobe Van Looveren

Reent werden er in de pers heel wat meningen gegeven over landbouw, bio en duurzaamheid. Naar aanleiding hiervan schreven een aantal wetenschappers, verbonden aan de faculteit Bio-Ingenieurswetenschappen van de UGent, een opiniestuk waarin ze pleiten voor nuance en een brede blik.


Het artikel Beter vlees is minder vlees in De Standaard (14 januari, betalend) stelde dat biologische koeien een grotere klimaatimpact hebben dan die van gangbaar gekweekte. Dat deed BioForum-voorzitter Kurt Sannen in de pen kruipen ter verdediging van bioveeteelt (Het is maar hoe je de koeien hoedt, De Standaard 17 januari, betalend). Daarop reageerde op zijn beurt bioloog Olivier Honnay van de KU Leuven (Biolandbouw is hoegenaamd niet milieuvriendelijk, 18 januari, betalend).

Een groep wetenschappers van de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen van UGent hebben hier nu een afsluitend opiniestuk over geschreven. We delen het volledige opiniestuk graag met je!

* * *

Landbouw en voeding: duurzaam? Duurzamer? Duurzaamst? Een opinie over opinies en opiniemakers.

Er is recent aardig wat ophef gemaakt over het al dan niet duurzaam zijn van verschillende landbouwsystemen en voedingspraktijken. Nog maar een paar dagen geleden was er een kop die biolandbouw botweg betitelde als “hoegenaamd niet milieuvriendelijk” (DS 18 januari).

Een dergelijk Trumpiaans statement doet de wenkbrauwen fronsen van praktijkmensen en wetenschappers die de realiteit van landbouw en voeding enigszins kennen en begrijpen. En dan gaat het zeker niet alleen over hen die men als aanhangers van biolandbouw zou kunnen beschouwen! Een groep academici van de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen van de Universiteit Gent bekijkt het even constructief kritisch.

Of het nu om landbouw en voeding gaat of om andere sectoren of praktijken, in essentie tracht men met duurzame ontwikkeling oplossingen te vinden voor meerdere en gelijktijdig optredende, hardnekkige problemen die sterk met elkaar interageren. En dus onderkent men de nood aan ‘systeemveranderingen’, geschraagd op kennis van hele systemen, en dus ook van de talrijke interacties en dus trade-offs tussen meerdere relevante aspecten. Generiek gaat het dan over de gekende economische, ecologische en sociale aandachtspunten, met voor elk een resem aan specifieke sub-thema’s.

Systeemdenken tracht al deze relevante aandachtspunten gelijkwaardig en gelijktijdig af te wegen en strategieën voor te stellen die optimale combinaties vormen. En door de band zijn er wel degelijk verschillende richtingen die apart, maar vooral ook samen, de leidraad kunnen zijn voor de gewenste duurzame ontwikkeling. Geen of/of verhaal dus, maar veel meer en/en.

Maar laat dit gewenste systeemdenken nu net iets zijn dat absoluut geen mainstream praktijk is in een samenleving die verkokerd is, en die volhardt in werk- en denkwijzen van aparte sectoren, bevoegdheden én wetenschappelijke disciplines. Een universiteit als die van Gent doet bewust inspanningen om multiperspectivisme tot een speerpunt van haar onderwijs te maken. Maar over het algemeen speelt ook in onderwijs nog steeds een dominantie van ‘disciplines’: duidelijk van elkaar gescheiden vakjes.

En dat laat zich voelen. Wat we wél kunnen als de beste, is een complexe problematiek verdelen in hapklare brokjes en voor die hapjes deeloplossingen bedenken en opinies ventileren. Voor wie het aspect ‘beschikbare grond’ belangrijk is (bv. voor meer natuurgebieden) is de rekening dan snel gemaakt: voor eenzelfde hoeveelheid geoogst product vraagt biolandbouw om relatief meer grond dan intensieve landbouw en dus: slecht! Kort door de bocht: slecht-goed, zwart-wit, polarisatie. Zonder in detail te gaan over eenduidige ‘bewijskracht’ (voor zover die überhaupt bestaat), is het duidelijk dat véél meer aspecten dan grondbehoefte in acht genomen moeten worden voor een de(r)gelijke analyse: gebruik van synthetische gewasbeschermingsmiddelen en kunstmeststoffen, voedselkilometers, direct en indirect energieverbruik, veerkracht van een gezonde bodem, ecosysteemdiensten van teeltsystemen, toegevoegde waarde per eenheid van product, ethische aspecten van productiepraktijken, sociale rol van landbouw en voeding, sociale gelijkheid, verspilling van voedsel, etc.

Met een dergelijke holistische evaluatie-oefening kan een veel meer genuanceerd ‘oordeel’ vorm krijgen. En dan zal ongetwijfeld blijken dat zowel gangbare, intensieve praktijken als het biologische alternatief, respectieve voor- en nadelen hebben. Er dringen zich inspanningen op van interdisciplinaire overweging; en het is vrij waarschijnlijk dat een modus van co-existentie zich aftekent, waarbij beide modellen (en vele tussenvormen) een legitiem alternatief kunnen bieden. Een systeem waarin meerdere modellen naast elkaar bestaan is trouwens een geheel met veel meer veerkracht. Die eigenschap erkennen biologen en ecologen als een belangrijk aspect voor de duurzaamheid van ecosystemen, maar die gedachtegang gaat evenzeer op voor socio-technische systemen.

Op basis van een identieke set van duurzaamheidsprincipes kunnen verschillende concrete praktijken zich legitiem manifesteren. Er is niet zoiets als de ultieme, enig juiste oplossing. Een Vlaamse boer (een biologische notabene) verwoordde het ooit zo: "Het onderscheid biologisch vs gangbaar lijkt me onzin; uiteindelijk moeten we streven naar één landbouw en die noemen we misschien best de ‘logische landbouw’, waarvoor geen kant-en-klaar receptenboek bestaat maar die in functie van specifieke omstandigheden het beste combineert van diverse werelden. En wat je daarbij vooral nodig hebt is gezond boerenverstand."

Het heen-en-weer en gratuit lanceren van ongenuanceerde stellingnames over het wel of niet duurzaam zijn van deze of gene praktijk, zelfs los van inhoudelijke correctheid, draagt niet meteen bij aan tastbare vooruitgang van duurzame ontwikkeling ‘in de echte wereld’. Het brengt burgers (finaal zijn zij veruit de belangrijkste veranderingsagenten), die nu eenmaal niet alles kunnen weten, in alsmaar toenemende verwarring en onzekerheid. En dat is alleen maar een voedingsbodem voor ‘foert’. Voor bedrijven, overheden, academici,… die het begrip ‘duurzaam’ hanteren en duurzaam handelen belangrijk vinden, is het een morele verantwoordelijkheid om - op correcte wijze - te communiceren; en dat wil ook zeggen in het ware belang van het algemeen, en zeker niet op basis van een naar eigen dada vertekend beeld. Het is maar een opinie…

Frank Nevens

Pieter De Frenne

Stefaan De Neve

Pascal Boeckx

Wim Cornelis

Geert Haesaert

Jan Mertens

Dirk Reheul

Thomas Schaubroeck

Frieke Van Coillie

Kris Verheyen

Allen verbonden aan de faculteit Bio-Ingenieurswetenschappen van de UGent

Lorem ipsum

5 redenen om bio te kiezen

Lekker puur

Groenten uit volle grond, dieren die vrij naar buiten kunnen, brood dat de tijd krijgt om te rijzen. Biologische producten zijn puur en vol van smaak. Ze bekoren door hun kwaliteit en authenticiteit. Dat proef je!

Gezond genieten

Biologische producten zijn de vrucht van een zorgvuldig proces dat start bij een vruchtbare bodem of een gezond dier. Bij de verwerking van biovoeding zijn enkel een beperkt aantal additieven en toepassingen toegelaten. Zo leidt bio tot producten met een zuivere samenstelling en hoge voedingswaarde.

Goed voor het milieu

Met vruchtwisseling, natuurlijke bemesting en biologische bestrijding zorgt de bioboer voor een veerkrachtig ecosysteem dat ons allemaal ten goede komt: proper grondwater, bescherming tegen overstroming, tegengaan van klimaatverandering, natuurlijke beheersing van plagen… Bio gebruikt geen kunstmest, geen gewasbescherming van chemisch-synthetische oorsprong en geen ggo’s.

Vriendelijk voor dieren

Biologische dieren eten voedzaam biologisch voer en krijgen de tijd om te groeien in een ruime zonverlichte stal waar ze vrij naar buiten kunnen. Een biologische veeteler kiest zijn rassen zorgvuldig om het gebruik van geneesmiddelen maximaal te beperken. De dieren - en consumenten - varen er wel bij.

100% toekomst

Een agro-ecologische aanpak biedt ons de beste garantie om de wereld te voeden, zonder de draagkracht van de aarde te overschrijden. Wie bio kiest, streeft naar een toekomst met tevreden boeren, rijke oogsten en gezonde mensen. Vandaag en morgen, voor iedereen.