Bio is het meest diervriendelijke vlees

Een van de mooiste uitdrukkingen in het Nederlands? Het warm water opnieuw uitvinden. Die gebruiken we als mensen beslissen om iets te bedenken dat in feite al bestaat. 

Deze ochtend kondigde Vlaams minister van Dierenwelzijn aan dat hij een label voor diervriendelijk vlees wil invoeren. Voormalig Boerenbond-voorzitter Piet Van Themsche kreeg de opdracht om, in navolging van het Nederlandse Beter Leven-keurmerk, zo’n systeem op poten te zetten. De vraag is: vindt de minister op deze manier niet opnieuw het warm water uit? 

Want wat betekent diervriendelijk vlees? Dat houdt rekening met de noden en behoeften van het dier: genoeg bewegingsvrijheid, de mogelijkheid tot uitloop, een gezond rantsoen en ruimte voor de eigenheid van de diersoort. 

Al deze elementen zijn nu al opgenomen in de Europese biowetgeving. Bioboeren worden daar bovendien streng op gecontroleerd. Is er dus überhaupt nood aan een extra systeem en bijhorend label? Ben Weyts verwijst naar het keurmerk Beter Leven in Nederland. Dat werkt met een sterrensysteem, waarbij vlees één, twee of drie sterren krijgt afhankelijk van hoe ze voldoen aan de vereisten op dierenwelzijn. Maar ook in Nederland zien we dat het label op het vlak van duidelijkheid eigenlijk weinig meerwaarde heeft: biologische vleesproducten krijgen er standaard de maximumscore. 

Altijd drie sterren? 

Door dat sterrensysteem herkent de Nederlandse consument natuurlijk wel meteen producten die niet goed scoren op het vlak van dierenwelzijn. Maar kan een minister met zijn beleid er niet beter voor zorgen dat dat de omstandigheden van dieren die voor vleesproductie worden gehouden overal worden verhoogd? En zou het dan niet logisch zijn dat de minister kiest voor de recepten die biolandbouw nu al biedt? 

De consument die liefst diervriendelijk vlees zou consumeren, kunnen we nu dus al geruststellen: kies voor biovlees.