Minister Crevits stelt Vlaamse ‘eiwitstrategie’ voor op biologisch veggiebedrijf.
De volgende jaren wil Vlaanderen inzetten op meer plantaardige eiwitten voor onze dagelijkse voeding, en daarom lanceert Vlaams landbouwminister Hilde Crevits vandaag de Vlaamse eiwitstrategie 2030. Ze was te gast bij La Vie Est Belle, een pionier in veggieproducten die nauw samenwerkt met lokale biologische boeren.
Vandaag halen Vlamingen hun eiwitten steeds minder vaak uit dierlijke producten, en vaker uit plantaardige, zoals peulvruchten, granen, noten … Uit een bevraging van VLAM blijkt dat zowel op korte als lange termijn producten zoals quinoa of vleesvervangers aan belang zullen winnen. Ook het land van herkomst wordt steeds belangrijker. Waarom zouden we onze boontjes of quinoa uit verre landen aanvoeren als we ze lokaal kunnen telen?
Vlaanderen kiest in de nieuwe eiwitstrategie 2030 niet enkel voor meer plantaardige eiwitten in onze dagelijkse voeding, maar wil ook inzetten op de verduurzaming van het voeder van dieren. Samen met nog 15 andere partners heeft BioForum de plannen mee vorm gegeven.
Lieve Vercauteren, directeur van BioForum, vertelt in dit filmpje (zie vanaf 12:59) waarom ze deze nieuwe Vlaamse eiwitstrategie met plezier mee ondertekent. “We hopen dat deze strategie zal leiden tot de vervanging van een groot deel van de ingevoerde soja voor het veevoer van onze veeteelt. Op die manier helpen we het klimaat en maken we onze landbouw minder afhankelijk van buitenlandse eiwitproductie.”
Lieve Vercauteren, BioForum: "Bio gebruikt eiwitrijke gewassen in de vruchtwisseling. Dat is goed voor het klimaat, want zo vermijden we energieverslindende kunstmeststoffen.”
Bio als voorloper
Biologische landbouw is een voorloper in het telen van lokale, plantaardige eiwitten. Lieve Vercauteren: “In de biologische teelt vormen eiwitgewassen als grasklaver of grasluzerne een vast onderdeel in de vruchtwisseling. Zij binden stikstof uit de lucht en geven dat daarna vrij in de bodem. Dat is opnieuw goed voor het klimaat want zo kunnen we energieverslindende kunstmeststoffen vermijden.”
De minister stelde de strategie voor bij 'La Vie Est Belle' in Oostkamp. Deze producent van biologische vegetarische producten is een toonbeeld van duurzaamheid in het hele proces. Het innovatieve bedrijf verwerkt al jaren biologisch geteelde gewassen zoals quinoa en kikkererwten en haalt zijn grondstoffen daarvoor bij lokale bioboeren. Om hun keuze voor lokaal bio duidelijk te maken, zijn ze ook gecertificeerd onder het Belgisch Biogarantielabel.
Lieven Deraeve, La Vie Est Belle: "Het is nooit onze bedoeling geweest om vlees of vis te vervangen. Wij willen toevoegen."
Niet vervangen, wel verrijken
La Vie Est Belle is er in geslaagd om op een leuke manier meer mogelijkheden te bieden aan flexitariërs en vegetariërs. Lieven Deraeve, productontwikkelaar van La Vie Est Belle: “Het is nooit onze bedoeling geweest om vlees of vis te vervangen. Dat hoeft ook helemaal niet. Wij willen toevoegen. Door voldoende variatie in het vegetarisch aanbod kunnen we maatschappelijke veranderingen teweeg brengen.”
Om dit alles op een sociaal verantwoorde manier te doen werken ze samen met lokale partners. Lieven: “Net zoals we destijds de aardappelen en de maïs hier in Europa hebben kunnen laten groeien, kunnen we nu ook peulen en zaden lokaal telen op een efficiënte manier. Op die manier brengen we meer diversiteit in de akkers waardoor ook de grond minder snel uitgeput raakt."
La Vie Est Belle kiest daarbij voor bio. “Voor zijn of haar kinderen wil iedereen uiteraard het beste. Zo willen wij ook een gezonde bodem geven aan onze kinderen, beter dan hoe wij deze van onze voorouders hebben gekregen. Met biologische landbouw hebben we de grootste garantie dat onze ingrediënten vervaardigd zijn met respect voor de natuur.”
Bron: persbericht van BioForum en La Vie Est Belle
