De winnaars van de Nederlandse innovatieprijs zijn bekend

De Nederlandse Ekoland Innovatieprijs 2018 bekroont koplopers die het verschil maken voor mens en milieu. Maak kennis met geitenboerderij 'Ridammerhoeve', kippenfokker 'Remijnse' en groententeler 'de Beersche Hoeve'.
Innovatie stimuleren
In Nederland loopt momenteel de BioBeurs en daar wordt de Ekoland Innovatieprijs feestelijk uitgereikt. De Stichting Innovatie Biologische Landbouw ondersteunt de prijs om meer aandacht te genereren voor innovatie in de biologische sector én om verdere innovaties te stimuleren. Geertje Schlaman: “Innovatie is meer dan alleen landbouwtechniek, ook een verrassend bedrijfssysteem of een nieuwe aanpak in vermarkting vallen onder de criteria."
“Innovatie is meer dan alleen landbouwtechniek, ook een verrassend bedrijfssysteem of een nieuwe aanpak in vermarkting vallen onder de criteria."
Ridammerhoeve: "Gezonde geiten dankzij smakelijk rantsoen en geitenyoga"
Willem Dam en Corine Riteco zijn 30 jaar geleden in het Amsterdamse Bos begonnen met een stadsgeitenboerderij op een kaal stuk grond van 15 ha. Nu hebben ze 120 geiten, 300 kippen, een paar zoogkoeien en varkens, en een serre van een halve hectare. Tien mensen zijn er tewerkgesteld. Veel indruk op de jury maakt het gegeven dat er per jaar 350.000 bezoekers komen, waaronder veel schoolklassen, en dat het desondanks toch een echt landbouwbedrijf is waar op vele fronten geïnnoveerd wordt.
Op het bedrijf heerst een gezellige, uitnodigende chaos. Uit de open houten stal steken alerte geitenkoppen om bezoekers te begroeten. De herkauwende geiten eten elke dag gedroogd gras als basis van het rantsoen. Willem en zijn zoon Tom bouwden een eigen grasdrogerij met een pelletkachel gestookt op houtsnippers uit het lokale bos. Het gedroogde gras geeft gezondere geiten, een betere kwaliteit van de kaas en een verdubbeling van de omega-3 in de melk.
Nog opvallend: voor de bezoekers wordt er 'geitenyoga' georganiseerd. Tijdens de yogalessen lopen en springen jonge lammeren tussen de deelnemers in. De dieren gebruiken yogastanden als klimrek en springplank, tot groot plezier van de cursisten.
"Tijdens de yogalessen lopen en springen jonge lammeren tussen de deelnemers in. Ze gebruiken yogastanden als klimrek en springplank, tot groot plezier van de cursisten."
Kippenfokker Remijnse: "Wij zijn de moederkloek en leren de kippen van alles"
Elly, Willem en Ton Remijnse bouwen sinds 2003 mee aan een biologische diervriendelijke pluimveesector die start bij de opfok van de kippen. Toen ze startten, waren er nog geen regels voor biologische opfok. Snavelkappen mocht nog. "Dat we het aandurfden dat niet te doen! Het is met vallen en opstaan gegaan."
In de opfokperiode van 17 weken trainen ze de kippen om op stok te gaan. "We geven hen variatie in de omgeving om te kunnen ‘spelen’ en afleiding om het verenpikken tegen te gaan. Zeker in de eerste vier weken schenken we bijzonder veel aandacht aan de dieren. Dagelijks wandelen we meerdere keren door de stal om de kuikens te activeren, te controleren op voer en drinken, en om de kippen op de juiste slaapstokken te zetten." De hennen leren op verschillende plekken te drinken en zich in de leefruimte te bewegen. Vanaf 6 weken mogen ze scharrelen in de wintertuin met stro. De uitloop is aangeplant met wilgen.
Bijzonder aan de familie Remijnse is dat zij hun afnemers, de pluimveehouder, vragen wat ze de jonge hennen moeten leren en hoe zijn kippenstal is ingericht. Daar houden ze bij de inrichting van hun eigen stal rekening mee. De kippenfokkers spelen als het ware moederkloek die de dieren alles leert.
"Er waren nog geen regels voor biologische opfok. We waren de eersten die hiermee begonnen."
De Beersche Hoeve: "Zaadvaste groenterassen belanden daadwerkelijk in de winkel"
Wanneer boeren met zaad aan de slag gaan op hun eigen bedrijf, bekomen ze zaadvaste rassen. Dat betekent dat een gewas na de bloeiperiode zaad voortbrengt dat kan geoogst worden om het volgende jaar opnieuw uit te zaaien. En dat is bijzonder.
René Groenen en Gineke de Graaf zijn al vele jaren werkzaam in de biologisch-dynamische landbouw en hebben zich toegelegd op het zelf telen van zaden en groenterassen. Ze gingen een unieke samenwerking aan met het zaadbedrijf Bingenheimer Saatgut en met verschillende tuinders die in opdracht van hen vermeerderen. "We zorgen voor de instandhouding van verschillende rassen: sperzieboon, ui, tuinboon, spinazie en rucola." Soms zijn dat rassen van ver weg, zoals de tien rassen Chinese kool uit Japan en de dertig rassen rode biet uit Oost-Europa. In 2018 start de Beersche Hoeve met het telen van groenten voor de versmarkt. "Dat de zaadvaste rassen in het winkelschap komen te liggen, is een flinke stap voorwaarts”, aldus René.
Hun beste innovatie ligt volgens de boeren in het opstarten van een coöperatie. Gineke: “Als boer heb je behoefte aan zekerheid. Meestal wordt dat vertaald naar eigendom. Wij hebben dat bewust niet gedaan. Door het bedrijf onder te brengen bij de coöperatie Odin is het eigendom geworden van de 5.000 consument-leden. Wij noemen dat 'eigendomsneutralisatie'. De volgende generatie kan vervolgens het bedrijf overnemen zonder zich zwaar in de schulden te hoeven steken.”
"Door het bedrijf onder te brengen bij een coöperatie Odin is het eigendom geworden van de 5.000 consument-leden en makkelijk over te dragen aan de volgende generatie."
Bron en foto's: Ekoland.