Een boontje voor biochocolade!

Koen Klingele ontvangt ons als oprichter in zijn chocoladefabriek in Evergem. Het begon allemaal in zijn eigen keuken in 1995, met veel passie ontwikkelde hij daar zijn eerste chocoladefiguren. Intussen is Klingele gespecialiseerd in de biologische en fair trade chocolaatjes die je onder de naam ‘Chocolates from Heaven’ kan terug vinden in de winkel. 

Daarnaast produceren ze ook chocolade voor andere merken. Koen: “We zijn een familiebedrijf. Al onze biochocolade is ook Fairtrade gelabeld. Ik sta achter beide principes: elk deel van de keten moet een meerwaarde kunnen realiseren. Een eerlijke prijs is daarbij essentieel.”

Bekijk de video:

1. Hemelse biochocola

Van waar komt de biochocolade die wij vandaag volgen? 
"De biochocolade die we hier volgen komt, net als onze andere pure chocolade van minstens 72 procent en melkchocolade, uit Papoea-Nieuw-Guinea. Dat land staat eigenlijk bekend om zijn rokerige chocolade, waarbij de bonen traditioneel gedroogd worden boven houtvuur. Onze leverancier zet echter in op zongedroogde cacaobonen en een kwalitatieve fermentatie. Daardoor krijg je een unieke, zeer lekkere chocolade. We kiezen voor al onze ingrediënten waar mogelijk voor fair trade. Dat is bijvoorbeeld het geval voor onze noten.”

Waarom koop je de chocolade niet rechtstreeks aan in Papoea-Nieuw-Guinea? 
"Om cacaobonen om te zetten naar chocolade moet je eerst cacaomassa en cacaoboter maken. Dat vraagt andere machines en een andere expertise. We werken daarvoor ook samen met een Belgische partner. Je mag immers alleen over Belgische chocolade spreken als het mengen van cacaoboter en cacaomassa – de volgende stap in het proces van chocolade maken – in België gebeurt. Belgische fabrikanten garanderen dat de massa voldoende gewalst wordt. Zo fijn dat je de korrel niet proeft en de chocolade smelt op je tong. Het is ook dat wat Belgische chocolade uniek maakt."

Koen Klingele, chocolademaker: Al onze biochocolade is ook Fairtrade gelabeld. Ook voor andere ingrediënten zoals bijvoorbeeld onze noten kiezen we waar mogelijk voor fair trade."

© Sophie Nuytten

2) Van boon tot cacaoboter

Zo komen we terecht bij Puratos in Groot-Bijgaarden. Hun eigen merk heet Belcolade. Raphael Audoin Rouzeau, cacao sourcing manager, koopt onder meer de verse cacao aan. Raphael: “De cacaobonen leggen een hele weg af, maar omdat we rechtstreeks werken met lokale partners, staan we sterk in traceerbaarheid. Voor de aankoop van cacao werken we met het Cacao-Trace Programma om zo bij te dragen aan een verbetering van de levensomstandigheden van de cacaoboeren.”

Kan je iets meer over vertellen over dat Cacao-Trace Programma? 
“Allereerst willen we waarde creëren door kwaliteit: lekkere chocolade kan je beter verkopen. Die waarde willen we delen door de keten. We werken enerzijds met kwaliteitspremies die rechtstreeks naar de cacaoboer gaan. Anderzijds is er de chocoladebonus, 10 cent per verkochte kilo chocolade, die door de hele gemeenschap wordt benut. We willen zorg dragen voor de planeet. Daarom zetten we bijvoorbeeld ook in op agroforestry.”

Waarom gebeurt dat niet overal? 
“Er is wel bereidheid in de chocoladewereld om verdere stappen te zetten, maar de grotere spelers blijven wat afwachtend naar elkaar kijken. Er wordt te veel gekeken naar kwantiteit en niet naar kwaliteit. Het is juist met kwaliteit dat we een toegevoegde waarde brengen en dus een hoger loon voor de boeren. Ik vind het trouwens wel goed dat consumenten naar de verschillende labels rond eerlijke handel kijken. Voor hen is dat een sterk signaal.” 

Raphael Rouzeau, Puratos: “We werken met kwaliteitspremies die rechtstreeks naar de cacaoboer gaan en een bonus die door de hele gemeenschap wordt benut.”

3) Papoea-Nieuw-Guinea als chocoladeland

Cacaobonen vormen nog altijd de basis. Na de oogst worden ze gefermenteerd, gedroogd en vervolgens gebrand en gemalen. Om te garanderen dat in Papoea-Nieuw-Guinea alles volgens de vooropgestelde criteria verloopt, werkt Puratos in dat land samen met Olam Food Ingredients. Victor Ganguly vertelt ons wat zij doen. 

Wat maakt Papoea-Nieuw-Guinea een chocoladeland?
Papoea heeft een heel vochtig klimaat, met veel regen. Niet evident om daar cacaobonen in de zon te drogen, maar het voordeel is dat het klimaat het hele jaar door hetzelfde is. De productie is dus minder seizoensgebonden. Daarnaast hebben we een heel rijke bodem, waardoor biologische productie haast vanzelfsprekend is.

Victor Ganguly, Olam:“Papoea-Nieuw-Guinea heeft een heel rijke bodem, waardoor biologische productie haast vanzelfsprekend is.”

Klingele zei ons dat Papoea-Nieuw-Guinea bekend staat om hun rokerige chocolade, maar jullie pakken het anders aan? “We hebben, samen met Puratos, de stap gezet naar een zongedroogde fermentatie. Dat geeft niet alleen een betere kwaliteit, maar zorgt ook voor minder ontbossing, omdat ze voor die vuren hout nodig hebben. Die systeemverandering is wel niet vanzelfsprekend, want drogen met de zon vraagt ook de nodige expertise. Wij zorgen voor opleiding van onze groep van zo’n 300 boeren.

Papoea-Nieuw-Guinea is een arm land, dus alle bijkomende middelen en premies zijn absoluut een meerwaarde voor onze gemeenschap. Onze boerengroep is de enige in ons land die Fairtrade-gecertificeerd is, en dat is te danken aan Puratos.”

Wilson Yaninen, boerengroep van de cacaotelers: "Voor mijn gezin en zeker voor de vrouwen in onze gemeenschap is het werk nu toegankelijker."

De cacaotelers

Tot slot krijgen we ook nog de kans om te spreken met Raju Ramalingam, een vertegenwoordiger van Olam, en Wilson Yaninen, voorzitter van de boerengroep.

Hoe is jullie ervaring met het Cacao-Trace Programma?
Wilson: “Ik ben er zeer dankbaar voor. Vroeger zochten we vooral naar afzet, zonder over de prijs te spreken. We hebben al veel bijgeleerd en er is al heel wat veranderd. Voor mijn gezin en zeker voor de vrouwen in onze gemeenschap is het werk nu toegankelijker. Dankzij de premies hebben we onze logistiek van de afgelegen plantages naar de plaatsen waar de fermentatie gebeurt kunnen verbeteren. De volumes die we produceren zijn niet altijd groot en variëren ook door de weersomstandigheden, maar dankzij de premies verbetert onze productie.”

Raju: “We kunnen op deze manier ook andere teelten verkennen. Zo willen we verder inzetten op vanilleproductie. We doen ook aan agroforestry en planten veel zaailingen van de Galip-noten. Deze noot is nog niet gekend, maar we hopen ze op termijn ook te kunnen verkopen, samen met Puratos.” 

Bron: vakblad Bio Actief 57