Pano: van de goedkoopste naar minder en betere kip
Pano onderzocht in ‘De goedkoopste kip’ hoe gezond een standaard vleeskip is, die op amper zes weken slachtrijp is. Goedkoper blijkt vooral te betekenen dat er ingeboet wordt op dierenwelzijn. Door Belgisch én bio te kopen, kies je voor de hoogste garantie op een verantwoord product waarbij meer kippen een beter leven krijgen.
Kippenvlees was nooit populairder, maar veel van het vlees in supermarkten is te vinden tegen bodemprijzen. Pano onderzoekt in zijn reportage wie de prijs betaalt voor deze ‘race to the bottom’. Als eerste is dat de klassieke kippenhouder. Die moet door dalende marges en concurrentie van goedkoop kippenvlees uit het buitenland blijven uitbreiden om het hoofd boven water te houden. Dat heeft ook gevolgen voor de kippen zelf. De focus op efficiëntie leidt tot vetgemeste plofkippen die door een te snelle groei ernstige welzijnsproblemen hebben.
Meer dan 80% van de kippen die we kopen in de supermarkt leven slechts 6 weken. Op die korte tijd groeit zo’n kip tot 2,6 à 2,8 kilogram. Ze ontwikkelt ook een onevenredig dikke borstspier: de befaamde kipfilet. In de uitzending getuigt Frank Tuyttens, expert dierenwelzijn bij het ILVO, dat de snelle groei van de kippen zeker gevolgen heeft voor het dierenwelzijn. Hij bevestigt onder andere dat veel vleeskippen mank lopen en dat er door voetzoolletsels en andere aandoeningen meer antibiotica moet worden toegediend aan de kuikens.
"Voor ons als biologische sector is het duidelijk dat minder maar beter kippenvlees eten de meest duurzame oplossing is. Daar is nog veel mogelijk, want vandaag is maar 1,1 procent van de kip die we in de supermarkt kopen biologisch."
De hoogste garantie met bio
Voor ons als biologische sector is het duidelijk dat minder maar beter kippenvlees eten de meest duurzame oplossing is. Daar is nog veel mogelijk, want vandaag is maar 1,1 procent van de kip die we in de supermarkt kopen biologisch. Door Belgisch én bio te kopen, kies je voor de hoogste garantie op een verantwoord product waarbij meer kippen een beter leven krijgen.
Ter vergelijking: biologische kippen hebben toegang tot een buitenuitloop waar ze vrij kunnen scharrelen, en ze worden minstens 71 dagen oud. Er is natuurlijk daglicht aanwezig in de stal en ook daar hebben ze genoeg leefruimte. De dichtheid in de biologische stal ligt op maximaal 21 kg/m². De biologische criteria zijn dus ook strenger dan de ‘striktere’ normen (max 30 kg/m²) voor het dierenwelzijn uit het 'Better Chicken Commitment', een welzijnscharter dat meer en meer supermarkten ondertekenen.
Ook biologische legkippen hebben in België een beter leven dan niet-biologische legkippen: ook zij hebben toegang tot een vrije uitloop en ze krijgen meer ruimte in de stal. Die extra ruimte zorgt er wel voor dat het meer kost om biologisch vlees en eieren te produceren. Daarom zijn deze producten ook duurder.
Het is positief dat Pano mensen bewust probeert te maken van wat ze eten. Uit de reportage blijkt dat de meeste supermarktklanten meer willen betalen als ze de garantie hebben dat de kippen een beter leven krijgen. Dat stemt ons hoopvol. Wie weet leggen deze mensen volgende keer een smakelijke biokip in hun winkelkar.
De Pano-reportage kan je gratis bekijken via de website van VRT NWS.