Duurzame voeding steeds belangrijker voor Belgische consument
Uit een onderzoek van Fevia, de federatie van de Belgische voedingsindustrie, blijkt dat prijs en kwaliteit nog steeds ons aankoopgedrag domineren, maar dat 40% van de Belgische consumenten gelooft dat er een urgentie is om meer duurzame voedingskeuzes te maken. Lokaal produceren, de strijd tegen verspilling en het welzijn van dieren blijken belangrijke pijlers.
40% van de consumenten zijn convinced ecologists
Volgens de studie kunnen de Belgische consumenten grofweg in drie groepen opgedeeld worden. Voor de grootste groep van 'convinced ecologists' (40%) is kwaliteit het belangrijkste aankoopcriterium, gevolgd door de prijs. Deze consumenten houden het meest rekening met duurzaamheid bij de aankoop van voeding en dranken.
38% van de consumenten staat erg sceptisch tegenover de producenten. Ze ontkennen het belang van duurzaamheid niet, maar laten zich toch vooral leiden door de prijs. Kwaliteit en smaak komen op de tweede plaats.
Een derde groep (22%) bestaat uit non-believers. Ze trekken zich weinig aan van duurzaamheid en geloven ook niet dat hun keuzes echt een verschil uitmaken. Het zijn consumenten voor wie de prijs nagenoeg alles bepaalt.
Klimaatuitdaging als belangrijkste drijfveer
Die groepen zijn bovendien volop in beweging: 38% geeft aan zijn of haar aankoopgedrag het voorbije jaar veranderd te hebben. Opvallend: bij Franstaligen is dat 47%, tegenover amper 31% bij Nederlandstaligen. Niet de coronacrisis, maar wel de klimaatproblematiek is de belangrijkste drijfveer om het voedingspatroon aan te passen
Er zijn vijf opvallende trends:
- vaker seizoensgebonden groenten en fruit kopen (+35%)
- wellicht als gevolg van de coronacrisis, vaker voor verse voeding kiezen (+34%)
- producten verkiezen met minder (+32%) of duurzamere verpakkingen (+26%)
- minder voedsel weggooiden (-31%)
- bewuster kiezen voor lokale, Belgische producten (+31%)
Duurzaamheid is nooit de hoofdreden
De duurzaamheid van een product wordt op drie manieren beoordeeld: het product zelf, de verpakking en de impact op mensen en de planeet. Als het om het product gaat, dan gaat het ook om alles wat er aan kan gelinkt worden, bijvoorbeeld de lokale oorsprong, biologische productiewijze of dierenwelzijn.
De verpakking is minder rechtstreeks verbonden met het product, maar het wordt wel almaar belangrijker voor veel consumenten. Op het derde niveau komt de impact op mensen en planeet: factoren zoals een eerlijke prijs voor boeren, de manier van het transport of de impact op het milieu bij de productie van voeding en dranken zijn dus iets minder bepalend, maar ze zijn ook geen ver-van-mijn-bed show: de helft van de respondenten associeert duurzaamheid ook spontaan met dit soort factoren.
37% van de Belgen is bereid om meer te betalen voor duurzame voeding. Desondanks is duurzaamheid nooit de belangrijkste reden waarom consumenten een bepaalde keuze maken. Kwaliteit, smaak en prijs blijven algemeen gesproken belangrijker, maar er is wel een indirect effect omdat duurzaam geproduceerde producten doorgaans geassocieerd worden met betere kwaliteit en smaak.
Verwachtingen
Ongeveer zes op tien consumenten heeft voeding het liefst zo traditioneel en authentiek mogelijk. De meerderheid van de consumenten wantrouwt het gebruik van technologie bij de productie van voeding, zelfs wanneer die innovaties helpen om voeding duurzamer, veiliger of betaalbaarder te maken.
Wat verwachten consumenten dan van de voedingsindustrie de komende jaren? Voedselveiligheid (82%), betaalbare, evenwichtige voeding (82%) en reduceren van voedselverlies (78%) worden het vaakst vernoemd. Maar ook dierenwelzijn (72%), verpakkingen reduceren (75%) en lokale productie (72%) worden opmerkelijk vaak vernoemd.
Bron: onderzoek Fevia