Ggo-vrij label is misleidend
Vlees, zuivel en eieren met het label ‘ggo-vrij’ zijn in opmars. De Belgian Feed Association (BFA) noemt deze labels misleidend omdat ze weinig garanties bieden. "De consument die voor ggo-vrij wilt gaan, kan beter voor biologische producten kiezen."
Het gebruik van genetisch gemanipuleerde organismen (ggo's) is een gevoelig onderwerp onder consumenten. De distributie in onze buurlanden lijkt daar steeds meer op in te spelen...
In Duitsland maken producten ‘Ohne Gentechnik’ een steile opmars. Het Verband Lebensmittel ohne Gentechnik (VLOG) heeft er een eigen lastenboek opgezet. Ze hebben er een monopolie met het ggo-vrije VLOG-logo. In Frankrijk is er 'Oqualim', wat ook een lastenboek is dat het mogelijk maakt om producten te labelen als ggo-vrij. Lidl heeft beslist om zoveel mogelijk producten met het ggo-vrij label in de rekken te plaatsen. De supermarkt lanceerde als eerste gentechvrije melk, en liet weten dat dit geen invloed heeft op de prijs die de consument betaalt. Zuivelreus Arla heeft al een 100-tal melkveehouders gevonden die zich engageren om enkel ggo-vrij diervoeder te voederen. Boeren zouden daar 1 cent per liter méér voor krijgen, maar of die meerprijs wel voldoende kostendekkend is blijkt niet duidelijk.
Bio is beste garantie
Voorzitter van de sectororganisatie van de mengvoederfabrikanten (BFA), Frank Decadt, hekelt de hyprocisie en het consumentenbedrog dat hangt aan een strikt ggo-vrij label: “De Duitse lastenboeken bepalen vanaf welke leeftijd het voeder van de dieren ggo-vrij moet zijn. Een zogenaamd ggo-vrij varken, mag op die manier toch nog ggo-voeder eten vóór de leeftijd van 41 dagen. Dat is hypocriet en helemaal niet transparant voor de consument. De consument die voor ggo-vrij wil gaan, kan nu al voor biologische producten kiezen. Het bio-label is een stuk eenduidiger aangezien een biologisch dier gedurende zijn hele levensduur geen ggo-voeder mag krijgen."
In de biologische landbouw is het gebruik van ggo's sowieso niet toegelaten. Ze bieden geen garantie op een lager gebruik van chemische pesticiden en tasten de autonomie van de boer aan. Wanneer er twijfels bestaan over de veiligheid van een stof of techniek, zal de biosector die sneller dan de gangbare sector weren. Lees hier waarom bio het voorzorgsprincipe toepast.
Frank Decadt: "Een zogenaamd ggo-vrij varken, mag toch nog ggo-voeder eten vóór de leeftijd van 41 dagen."
Eerlijke bonus voor de boer
Decadt plaatst ook vraagtekens bij de technische haalbaarheid: "Echt ggo-vrij voeder vereist aparte productielijnen, en zelfs dan is contaminatie via transport van grondstoffen een reëel risico. In 2007 hebben we zelf een test met ggo-vrij voeder gedaan. We stelden daarbij 30 tot 35 procent overschrijdingen vast van de tolerantiedrempel voor ggo’s. Het ging niet om fraude, maar gewoon om niet-intentionele versleping. Voor ons was dat de reden om collectief te beslissen niet verder te werken aan deze piste. Ook het Duitse VLOG ziet zich geconfronteerd met overschrijdingen tot 20 procent van de ggo-tolerantdrempel, maar dekt dit toe met de mantel der liefde."
Hij maakt zich ook zorgen over de vergoeding aan de producent. “Niet-ggo voeder betekent een meerkost voor de boer. Wanneer iets een nichemarkt blijft, zoals bio, dan valt een meerprijs veel gemakkelijker af te dwingen. In Duitsland beslaat het VLOG-label intussen al 20 tot 25 procent van de markt. De ervaring leert ons dat de kans groot is dat de bonus die de eerste jaren wordt gegeven voor die bijkomende eisen, nadien wegvalt omdat de distributie voldoende aanbod heeft”, meent voorzitter Decadt. “Diegenen die zich opwerpen als duurzaamheidsridders moeten zorgen voor voldoende garanties voor een duurzame vergoeding van de meerkost.”
Frank Decadt: "De consument die voor ggo-vrij wil gaan, kan nu al voor biologische producten kiezen"
Bron: Vilt.be en Landbouwleven.