Portret: Livinushof - "Het is de liefde die 't overeind houdt"
Livinushof is een uit de kluiten gewassen biologische boerderij in het lieflijke Sint-Margriete. Uit de Oost-Vlaamse poldergrond haalt de familie Noë wortelen, pompoenen, uien, kolen en aardappels. Hun liefde voor bio straalt van alles af. Wim Lybaert, het gezicht van de biocampagne groenten en aardappelen, is alvast onder de indruk.
Op de affiche voor de biocampagne staat het gezin Noë-Sucaet van 't Livinushof met onverholen trots rond Wim Lybaert. Hun enthousiasme voor bio straalt er gewoon vanaf. Tijdens de fotosessie voor de affiche loopt Wim geïnteresseerd rond op de boerderij. Hij is onder de indruk van hun vakmanschap. Wat hen drijft, is hun liefde voor een levende, vruchtbare bodem en het plezier van lekkere en gezonde groenten. Wim en zijn gezin kopen hun groenten graag rechtstreeks bij de boer.
Van kanariezaad tot Hokkaido
Sinds 1998 is Livinushof de biologische weg ingeslagen – en met succes. De boerderij heeft door de decennia heen vele teelten gekend – de grootvader heeft zelfs nog kanariezaad geteeld, dat was toen in trek! Nu spitst het bedrijf zich toe op groenten en aardappelen. Er liggen prachtige diep-oranje pompoenen op het erf – dat is de Hokkaido, een kleine pompoen die goed bewaart.
Wortelen zijn een van de favoriete groenten van de familie. "Wortelteelt is niet evident in bio vanwege de grote vraatschade die je kan hebben," vertelt zoon Pieter-Jan. "Wij zaaien erg laat (eind mei – begin juni), zo krijgen we bewaarwortelen die zonder vraatschade geoogst kunnen worden".
"Als je ziet hoe die bodem daar nu bij ligt: de capaciteit en kracht die daarvan uitgaan, dat is prachtig hè." Sonia Sucaet
De liefde voor bio
Sinds mei 2016 is het bedrijf grotendeels overgedragen aan de twee zonen, Pieter-Jan en Maarten. Moeder Sonia Sucaet: "Meehelpen werd vroeger altijd gestimuleerd. Maarten heeft L.O. gedaan, maar miste in zijn job de zelfstandigheid en het ondernemerschap. Pieter-Jan heeft altijd veel geholpen. Hij heeft eerst mechanica gedaan, daarna biolandbouw aan het Warmonderhof (NL)." De stap was dus snel gezet.
Vanwaar kwam de beslissing om in '98 over te stappen naar biolandbouw? Voor Sonia staat het als een paal boven water: "Bio is bij ons begonnen omdat we gezondheid belangrijk vinden. En de wil om te vernieuwen en te verbeteren. Als je ziet hoe die bodem daar nu bij ligt: de capaciteit en kracht die daarvan uitgaan, dat is prachtig hè. Dat voel je ook, als je op het land loopt."
Maarten vindt het heerlijk om een complimentje te krijgen als hij weer 's een mooie sla verkoopt. Ook voor Sonia is dat altijd een stimulans geweest. Maar er is meer: "Wat mij ook drijft, is het verschil maken. De evolutie van de tijd volgen. Je kan niet blijven doen wat je ouders en grootouders gedaan hebben. Als je dat blijft opentrekken en bevraagt, trek je vernieuwing op gang. En dan heb je ook de jonge mensen mee. Dat was onze drijfveer om indertijd naar bio te gaan."
Hoeveel liefde er in hun werk zit? Maarten nuanceert meteen: "Er zit ook veel bloed, zweet en tranen in! Liefde is niet altijd rooskleurig, hè, er zijn ook momenten dat het moeilijk is." Sonia voegt toe: "Dat is in een relatie juist hetzelfde! Maar ’t is de liefde die het overeind houdt."
"Wat mij ook drijft, is het verschil maken. De evolutie van de tijd volgen. Je kan niet blijven doen wat je ouders en grootouders gedaan hebben. Als je dat blijft opentrekken en bevraagt, trek je vernieuwing op gang." Sonia Sucaet
Grasklaver
Om de bodem optimaal te voeden en te laten leven zet Livinushof in op vruchtwisseling, groenbemester, veel stalmest van biologische geiten in de buurt, grasklaver (dat teruggaat naar de geiten), en natuurlijk geen chemische pesticiden of kunstmest.
"Elk stuk van onze grond krijgt om de zes jaar twee jaar grasklaver. Dat verlaagt de rendabiliteit, maar heeft een belangrijke ecologische functie. Het maakt de bodem vruchtbaarder, en dat is goed voor de teelt," licht Pieter-Jan toe.
Liggend wieden met de zon
Supertrots zijn ze op hun zon-aangedreven wiedbed. Dat is een reeks ligbedden die in de breedte aan elkaar vast hangen en over het land getrokken worden. Er liggen zes tot acht mensen naast elkaar op hun buik, op een bedje als het ware. Al liggend kun je comfortabel wieden en oogsten, terwijl het voertuig, aangedreven door de zon, zich stil en zonder vervuiling voortbeweegt. Een tractor is hier dus overbodig! Een Nederlandse uitvinding, en hun wiedbed was het eerste in België. “We vinden dat een mooie stap vooruit,” zegt Pieter-Jan met een brede glimlach.
Uitdagingen genoeg
Het leven als bioboer is echter niet voor watjes. Dat beaamt Carlos: "Het is een sector die veel risico in zich draagt, veel kapitaal vraagt en trage return geeft in de tijd. Maar hadden wij een gangbare boerderij gehad, dan zouden de jongens daar niet ingestapt zijn. Dat zou financieel niet gelukt zijn. Het lukt nu omdat we de teelten intensiever hebben gemaakt en een redelijk correcte prijs krijgen voor onze gewassen. Ons marktkraam in Knokke zorgt voor stabiliteit in het inkomen."
Soms zijn er kleine tegenslagen. De gangbare boerenburen telen o.a. aardappelen. Ze doen hun best om het spuiten te plannen wanneer de wind juist staat. Eén keer liep dat fout, een strook van hun veld raakte besmet. "Dan moet je de verzekering erbij halen, je verliest een stuk van je oogst, dat is veel gedoe," zegt Pieter-Jan.
Een grote uitdaging voor de bioboer is en blijft het klimaat. Afgelopen juni was de natste juni ooit sinds 1839. Bij een aardappelteler komt dan ook snel de term Phytophtora op tafel, de gevreesde aardappelschimmelziekte. "In principe gebruiken we zo weinig mogelijk koper (is een bladmeststof, nvdr) om de schimmel te bestrijden," zegt Pieter-Jan, "maar in extreme omstandigheden is het onvermijdelijk. We telen 'normale' rassen, geen speciale nieuwe die resistent zijn (zoals bv. sarpo mira) want die kent de consument niet zo goed." In de toekomst willen ze andere teelten uitproberen die beter tegen extremen kunnen.
Een pluspunt is dan weer dat er vaak wordt samengewerkt met andere boerderijen, wat iedereen ten goede komt. Geiten van een bevriende boer eten hun grasklaver en in ruil krijgt 't Livinushof mest, er worden machines gedeeld met collega-bioboeren uit Zeeuws-Vlaanderen, en 't Livinushof koopt producten van collega's waarbij de extra winstmarge wordt gedeeld.
Boer wordt marktkramer
Bijzonder in dit bedrijf is dat jongste zoon Maarten twee keer per week op de markt in Knokke staat. Dankzij de zomertoeristen loopt de verkoop van lokale groenten aan de kust goed. De groenten komen van verschillende bioboeren uit de streek. Maarten is een sociaal beest, hij geniet van de babbeltjes met de vaste klanten op de markt. "Alleen werken op de boerderij, van ’s ochtends tot ’s avonds, zou ik niet leuk vinden," geeft hij toe.
Daarnaast komen ook heel wat mensen bewaargroenten op de boerderij afhalen, veelal uit het Gentse. Sonia vertelt: "Ze komen om de twee à drie maanden en doen de koffer vol met pompoenen, wortels, aardappelen. Mooi is dat! Wij zijn blij met de goede prijs van rechtstreekse verkoop en zij zijn blij met hun prijs. Je voelt het wederzijdse respect. Soms is er iemand die onze naam op een kistkaart heeft gezien en zegt: die aardappelen moet ik hebben! Dat geeft mij grote voldoening en maakt mij dankbaar."