Portret Bart Mathys: “Niet enkel de opbrengst telt, de smaak is zoveel meer uitgesproken.”
In het Limburgse Herk-de-Stad runt Bart Mathys een biologisch fruitbedrijf ‘De Belgaard’: op zo’n 12 hectare teelt hij appels en peren. Biologisch uiteraard!
Bart droomde nochtans niet van fruit telen als kind. Hij studeerde af als tuin- en landschapsarchitect en legde meerdere tuinen aan. Zijn ouders boden hem aan om de ouderlijke boomgaard van 2 hectare er als bijverdienste bij te nemen. Hij gaf het een kans… en werd erdoor gebeten!
Barts moeder plantte in 1987 al de eerste fruitbomen op een voormalige weide. Ze koos voor een biologische aanpak, ook al bestond er toen nog geen wetgeving voor bio. De biosector kende wel al een privaat lastenboek én een controle- en certificeringssysteem. Het was pionieren wat ze deed. Samen met andere pioniers-fruittelers ontstond een netwerk waarbinnen praktijkervaring en kennis werd uitgewisseld. Een netwerk dat tot op vandaag bestaat en biologische telers samenbrengt over de teelt, afzet of promotie van hun fruit.
Van bijverdienste tot hoofdberoep
Twee hectare is fijn als bijverdienste, maar te weinig om een rendabel fruitbedrijf uit te bouwen. Bart zocht en vond beetje bij beetje extra gronden in de buurt en bouwde een overgenomen schuur om tot sorteerhal. Vandaag heeft hij zo’n 10 hectare appel en 2 hectare peer. Elk stuk grond dat hij kocht, moest hij ‘omschakelen’ naar bio (lees onze FAQ - Kan een boer van de ene op de andere dag bio zijn?) . Tijdens die periode moest Bart alle regels van bio strikt opvolgen en werd hij gecontroleerd, maar de oogst als biologisch verkopen, dat mocht nog niet. “Voor mij waren de eerste jaren na de omschakeling de makkelijkste met relatief weinig ziektes. Het was pas later dat ik echt mijn vak moest kennen om ziektes en plagen te slim af te zijn.”
"Na enkele jaren bio moest ik echt mijn vak kennen om ziektes en plagen te slim af te zijn.”
Variatie troef
Bart teelt vier soorten peren: Conférence, Concorde, een beetje Doyenné en Durondeau. Bij de appels is de variatie in de boomgaard van Bart nog groter: hij teelt Jonagold, Jonagored, Elstar, Topaz, Santana, Initial, Pirouette, Melrose, Golden, Delbare, Sisired en Boskoop. Naar het overzicht van rassen.
Verschillende rassen telen is volgens Bart een slimme vorm van risicospreiding en de voordelen zijn amper te tellen: "Mijn plukperiode wordt langer en kent minder lastige piekmomenten. Door verschillende rassen te mengen bevorder ik de natuurlijke bestuiving (lees het kaderstuk 'Zonder bestuiving geen appeltjes'). Bovendien bewaart het ene ras langer dan het andere waardoor ik ook in de verkoop het risico beter kan spreiden. Het risico op een totaal beschadigde boomgaard door vorst kan daarentegen wel iets groter zijn omdat de bomen op verschillende momenten bloeien en kwetsbaar zijn."
Soms vraagt het meer dan gewoon de normen van bio volgen om van een gangbare een biologische boomgaard te maken. Zo kocht Bart ooit een gangbare boomgaard met enkel Jonagold. Naast het perceel Jonagold lagen aan weerszijden percelen met Elstar. Na de bloesemperiode bleken van alle Jonagold-bomen enkel de bomen naast de Elstar-percelen goed bestoven. De overige bomen hadden een beetje vrucht aan de bovenkant, maar verder niets. Het toont goed hoe de natuurlijke bestuiving in bio afhankelijk is van de diversiteit van de boomgaard: de Elstar-bloesems hadden hun rol als bestuiver goed gespeeld, maar konden niet op tegen de monocultuur die de boomgaard was. “Ik loste het op door enkele rijen Jonagold te rooien en ze te vervangen door Elstar-bomen. Dat leverde wél een goede bestuiving en flink wat vrucht op, op een natuurlijke manier.”
Bart kiest er bewust voor om zijn fruit naar BioVibe te brengen, een veiling die gespecialiseerd is in biologische groenten en fruit. "Rechtstreekse verkoop aan de consument of verwerking van fruit tot sap, zijn geen van beide aan mij besteed. Het liefst ben ik bezig met de teelt, daar heb ik mijn handen al meer dan vol mee. "
"Het liefst ben ik bezig met de teelt, daar heb ik mijn handen al meer dan vol mee. "
Onkruid beheersen, bijen verleiden
Nagenoeg het hele jaar rond houdt de teelt van de appelen en peren hem alert. Onkruid moet met de hand of machinaal in toom gehouden worden zodat ze de fruitbomen geen concurrentie aan doen. Bart zet hiervoor machines in die speciaal voor boomgaarden zijn ontwikkeld. Ook het gras tussen de bomen houdt hij machinaal kort.
Voor de bestuiving laat Bart zo’n 30 bijenkasten komen; hij stelt ze verspreid op in en rond de boomgaarden. “In de gangbare appelteelt kan men de bloesems bespuiten met planthormonen om de vruchtvorming te bevorderen. Helaas is dit moeilijk te doseren, wat te veel vruchtjes aan de boom oplevert. Om dit te corrigeren kan de gangbare appelteler zijn boomgaard besproeien met een chemisch-gesynthetiseerd middel dat de vruchten uitdunt. In bio doen we dat niet! Trouwens, bloesems die natuurlijk bestoven zijn door bijen, geven mooiere vruchten. Ik kweek ook zelf wilde bijen, want die vliegen al uit bij lagere temperaturen. Vroeger dus dan de honingbijen.”
Het uitdunnen van de bomen gebeurt in bio volledig met de hand. “Op elke appelboom laat ik ongeveer 120 appels hangen. Voor de eerste boom tel ik ze. Daarna neem ik het beeld van die eerste boom in gedachten mee bij het uitdunnen van de volgende bomen. Dat gaat vlotter dan je denkt”, lacht hij.
"Bloesems die natuurlijk bestoven zijn door bijen, geven mooiere vruchten."
Woelratten en mezen
“Peren zijn best lastig om te telen”, vertelt Bart. “In de perenteelt krijg je te kampen met plagen waar je weinig verweer tegen hebt. Zo is er de perengalmug die in het voorjaar eieren legt in de bloemen. De rups eet daarna van binnenuit de peer op en levert een misvormde peer op. Je kan er niet veel tegen doen als je het eenmaal hebt. Dus moet je als teler volop inzetten op preventie en de perenbomen nauwlettend volgen in het voorjaar. Als de schurftperiode eenmaal voorbij is, is het een teelt zonder zorgen”, klinkt het optimistisch.
Bij verschillende ongewenste insecten en knaagdieren, waarmee een boomgaard te maken krijgt, kan een bioteler wél ingrijpen. “Tegen de fruitmot hang ik dispensers met feromoonverwarring in de boomgaard die de paring verhinderen omdat de mannelijke mot zijn vrouwelijke partners niet meer kan vinden."
Op elke plantage heeft Bart nestkasten voor torenvalken. Zij vangen muizen, ratten en woelratten die zich te goed doen aan de wortels van de fruitbomen. “Knaagdieren zijn echt in staat om ongezien de wortels van een boom helemaal door te bijten. En na enkele jaren kan je de boom, of wat er van overblijft, zo uit de grond tillen.” Met nestkastjes voor mezen trekt Bart insecteneters aan: mezen doen zich te goed aan luizen, rupsen, verschillende soorten wespen, kevers enzovoort.
"In de biologische perenteelt moet je volop inzetten op preventie."
De oogst vergt vele handen
Bart stelt tijdens de pluk extra mensen te werk om alle fruit precies op tijd te oogsten. De pluk zelf duurt tot eind oktober, het sorteren van het fruit loopt nog maanden door. Alle biologisch fruit wordt na de oogst meteen gekoeld. Een deel van de oogst ondergaat ook een warmtebehandeling: “Ik laat een deel van mijn oogst dompelen in heet water. Dat doodt de sporen van rotziekte. Nu let op, dat dompelen is een heel secuur werkje. Het moet op precies de juiste temperatuur gebeuren, gedurende precies het gewenste aantal minuten. Maar het werkt wel. Ik besteed het uit.”
In het begin van de winter snoeit Bart zijn fruitbomen; naar het einde van de winter begint Bart zijn boomgaard terug voeding te geven, met stalmest van paard en koe en met compost. “Vlak voor de bloei heeft de bodem extra voeding nodig. Een boom verliest veel energie door de bloei en als er dan niet voldoende voeding beschikbaar is, vallen de vruchten af.” Wanneer de boomgaard er goed gevoed bij ligt, mag de lente zich opnieuw aandienen.
Opbrengst en smaak
De komende jaren zet Bart vooral in op het beschermen van zijn boomgaarden tegen laattijdige hagel. Hagel kan in één keer een hele oogst vernietigen. “Mijn moeder heeft in heel haar carrière als teler misschien twee of drie keer last gehad van hagel tijdens of na de bloei. Ik ben 14 jaar bezig en maakte het al 8 keer mee! Wij telers voelen het: het weer wordt steeds extremer. Dus ben ik gestart met het installeren van hagelnetten. Het is een grote investering, maar een noodzakelijke.”
Verder blijft Bart zijn teelttechniek bijschaven en bijleren. Over de bodem, over de beste voeding voor zijn bomen, over de bestrijding van plagen... “Ik ben tevreden met de opbrengsten die ik haal van mijn boomgaarden. Uiteraard liggen die lager dan bij een gangbare boomgaard. Maar je moet niet alleen naar opbrengst kijken. De smaak is zo veel meer uitgesproken!” Dat kunnen we alleen maar beamen!
Appels en peren van bij de bioboer? Bart verkoopt niet rechtstreeks aan klanten, maar je vindt een biopunt in je buurt. Tip: filter op 'boer' en 'fruit'.
Met de steun van Provincie Limburg
De Provincie Limburg draagt de biologische landbouw een warm hart toe. Limburg zet bio in de kijker via financiële steun aan praktijkgericht onderzoek en sensibiliserende acties.