Appels en peren

Appel Peer Productinfo
Foto: Wout Hendrickx, styling Debby De Mangelaere

Weinig fruit is tegelijk zo alledaags én bijzonder als een appel. We eten appels, en ook peren, het hele jaar door. Op de Vlaamse boomgaarden wordt er geoogst van half augustus tot eind oktober. Voor de pitfruitteler is die periode het orgelpunt van een heel jaar investeren in een gezonde boomgaard. 


Hoe verloopt de teelt? 

Zoals voor alle teelten vertrekt de biologische teler van de bodem: hij investeert veel in een gezonde bodem want dat is zijn geheime wapen tegen ziektes en plagen. Hij voedt de bodem met compost of dierlijke mest en niet met kunstmest. Vervolgens kiest de teler voor een variatie aan rassen. Hij zal niet alleen commercieel interessante rassen telen zoals Jonagold, maar ook robuuste, mogelijk oudere rassen die resistent zijn tegen bepaalde ziektes. Bovendien ontwikkelen deze bomen een stevig wortelgestel waarmee ze in periodes van droogte makkelijker het water uit de bodem kunnen halen. Onkruid wordt ingeperkt met de hand of met een machine, maar nooit met herbiciden.

Appel- en perenbomen blijven meerdere jaren staan. Een jaarlijkse teeltrotatie zoals bij groenten is bij fruitbomen dus niet mogelijk. Bij deze meerjarige teelten is bodemgezondheid dan ook extra belangrijk. Biologische appelbomen gaan gemiddeld 15 à 20 jaar mee. Biologische perenbomen gemiddeld nog véél langer: een biologische perenboom van 40 jaar is geen uitzondering. Net als gangbare telers telen de meeste biologische telers vooral laagstam, zowel voor appels als voor peer. Laagstambomen leveren meer fruit op en zijn makkelijker te plukken.

Afrekenen met ziektes en plagen

Om insecten en ziekte te bestrijden moet een biologisch teler goed weten wat er leeft in zijn boomgaard en die maandenlang nauwgezet in de gaten houden. Hij moet de zwakke schakel in de cyclus van elk schadelijk insect of schimmel leren kennen. En op het juiste moment ingrijpen als er zich een plaag aandient. Ingrijpen kan ook door zieke bladeren of vruchten te verwijderen, door natuurlijke vijanden aan te trekken, door insecten in de val te lokken, door de voortplanting af te remmen of door in beperkte mate gewasbescherming op natuurlijke basis te gebruiken. 

Een biologisch fruitteler moet ook afrekenen met ongewenste insecten en knaagdieren. De eerste stap is om in de plantage verschillende types vallen uit te hangen voor monitoring, om te kijken of er überhaupt schadelijke insecten zitten. De verschillende soorten worden letterlijk in de val gelokt zodat ze duidelijk in kaart kunnen worden gebracht. Daarna kan voor elke plaag gezocht worden naar de gepaste remedie. Biologische fruittelers zullen verschillende nestkasten installeren om torenvalken aan te trekken. Want zij vangen muizen, ratten en woelratten die zich te goed doen aan de wortels van de fruitbomen. Met kleinere nestkastjes trekt een biologisch fruitteler mezen aan. Dat zijn prima insecteneters luizen, rupsen, verschillende soorten wespen en kevers in de boomgaard inperken. 

In gangbaar behandelt de fruitteler zijn boomgaard zowel voor appelen als peren met chemisch-gesynthetiseerde gewasbeschermingsmiddelen tegen schimmels (fungiciden), tegen witziekte, schurft, bewaarziektes, vruchtboomkanker… In een gangbare boomgaard kan de teler ook spuiten met gibberellines tegen verruwing.

Pluk en bewaring

Vanaf half augustus start de pluk met de vroege appelrassen en de peren. De pluk zelf gaat door tot eind oktober, het sorteren van het fruit loopt op veel bedrijven nog maanden door. 
Het mooiste fruit wordt verkocht als eetappel of -peer. Fruit met vlekjes wordt verkocht voor verdere verwerking. 

Na de oogst wordt alle biologisch fruit meteen gekoeld. Biologische vruchten mogen na de oogst geen behandeling ondergaan tegen schimmel of rotziekte, zoals in gangbaar wel gebruikelijk is. Daarom is het belangrijk dat de biologische vruchten héél voorzichtig geplukt worden, zonder gebroken steeltjes, zodat de vruchten mekaar niet kwetsen. Een techniek die in bio wel kan worden toegepast om rotziekte te voorkomen is dompelen in heet water. Het is een heel secuur werk, dat op precies de juiste temperatuur moet gebeuren, gedurende precies het gewenste aantal minuten. Deze techniek geeft goede resultaten, maar de installatie die nodig is betekent een grote investering voor de biotelers.

Gangbaar fruit krijgt voor of na de oogst doorgaans een extra behandeling tegen het ontstaan van schimmels en rotziekte en om de rijping te vertragen. Zowel hele als aangesneden vruchten zoals kersen, appels en peren kunnen worden bedekt met een vliesdun, onzichtbaar, geur- en smaakloos laagje dat het rijpingsproces vertraagt (in feite in slaapstand zet) en glans geeft. Deze folies kunnen bovendien als drager dienen voor synthetische conserveermiddelen zoals sorbinezuur, benzoëzuur.


Welke rassen zijn er in bio?

Er bestaan zoveel meer appel- en perenrassen dan de rassen die we doorgaans in de winkel terugvinden. Elke soort heeft zijn eigen typische smaak en kenmerken. In Vlaanderen worden voornamelijk deze rassen geteeld:

  • vier soorten peren: Conférence en Doyenne zijn de meest gekende perensoorten. Verder telen ze Celina, Concorde, Lucas en in mindere mate Durondeau.
  • en meer dan 15 soorten appels (gerangschikt volgens hun belang): 
    • Vroege rassen: Collina, Delbare, Belgica, Initial, Sisired, 
    • Middelrassen: Santana, Pirouette, Elstar en Topaz
    • Late rassen: Boskoop, Jonagold, Jonagored en in mindere mate Melrose, Reinette
    • Zeer late rassen (2e helft oktober): Nicogreen, Braeburn en het veelbelovende, nieuwe Natyra

Sommige rassen zijn speciaal voor bio veredeld. De veredelaar let dan extra goed op kenmerken als natuurlijke resistentie tegen bepaalde ziektes en plagen. Een ras dat een natuurlijke resistentie bezit, heeft veel minder nood aan gewasbescherming. Ideaal dus voor bio waar het gebruik van gewasbescherming zeer sterk beperkt is. Natyra en Santana zijn twee goede voorbeelden: deze appels zijn dusdanig veredeld dat ze van nature resistent zijn tegen schurft. 

Wil je weten hoe deze rassen eruitzien en hoe ze smaken? Je ontdekt het in onze folder over bioappels en onze folder over bioperen. 

Waar koop je bioappels en -peren?

Wil je biologisch fruit kopen? Kijk dan uit naar het groene, Europese biolabel op de verpakking. Want zo herken je makkelijk bio.

Biologisch pitfruit vind je vrij makkelijk. 
Vele klassieke supermarktvestigingen bieden biologische appels aan en je vindt sowieso biologische appels en peren in gespecialiseerde biowinkels. Wil je de Vlaamse biologische telers steunen, kijk dan zeker naar de herkomst en spreek eventueel je winkelier erop aan. 

Je kan ook via de korte keten je fruit aankopen: sommige telers hebben een hoeveverkoop (je vindt ze hier). Biologisch fruit wordt ook meer en meer aangeboden in abonnementen.
Lokaal is overigens niet hetzelfde als biologisch. Ga je rechtstreeks bij de boer aankopen, kijk dan op onze website (www.biopunten.be) of het bedrijf gecertificeerd biologisch is of vraag aan de teler naar zijn certificaat voor bio.

biolabels.png#asset:108605

Wat met residuen op appels en peren? 


Consumenten worden steeds kritischer en mondiger. Zo ook over fruit en de gewasbescherming die in de gangbare fruitteelt wordt gebruikt. 

Dat doet sommige supermarkten en veilingen inzetten op zogenaamd ‘residuvrij’ fruitDe term is misleidend, want hiermee wekt men de suggestie dat er bij de teelt geen gebruik wordt gemaakt van gewasbeschermingsmiddelen. Helaas voor de consument is het niet helemaal duidelijk aan welke normen deze teelt moet voldoen. Volgens onze informatie worden voor dit fruit nog steeds chemisch-synthetische middelen ingezet, zowel tegen onkruid, schimmels als insecten, maar elk gebruik wordt gestopt na een bepaald moment in de groeifase van het fruit. Hierdoor zijn de middelen afgebroken tegen de oogst en komt er minder residu op het fruit voor. Deze teeltmethode zet dus niet, zoals bio, in op een integrale aanpak om het milieu te ontzien en de bodem en het bodemleven veerkracht te geven. 

In bio is het aantal toegelaten gewasbeschermingsmiddelen sterk beperkt. Bovendien worden enkel middelen toegelaten waarvan de actieve stof in de natuur voorkomt. Deze aanpak zorgt ervoor dat er op biologisch pitfruit zelden residuen van gewasbescherming voorkomen. Wanneer er toch residuen voorkomen, dan is de hoeveelheid doorgaans minimaal. Dankzij de verplichte controle en staalname kan fruit met een te hoog residugehalte uit de biomarkt worden gehaald. Residuen in bio kunnen te wijten zijn aan resterende middelen in de bodem, aan contaminatie tijdens het transport of de opslag, aan drift… 

Op gangbaar fruit wordt op meer dan 60% van alle stalen van appel en op meer dan 70% van alle stalen van peren residuen gevonden. Op biologisch fruit wordt op minder dan 10% van alle stalen van appel en peer residuen gevonden. (Bron: EFSA-rapport, Monitoring data on pesticide residues in food, maart 2018)

Alle gangbare fruit moet in België verplicht geteeld worden volgens de geïntegreerde methode of IPM. Als we in deze productfiche verwijzen naar ‘gangbaar’, dan bedoelen we dus ‘geïntegreerd’. Bij de geïntegreerde teeltmethode worden telers begeleid om hun gebruik van chemisch-synthetische gewasbescherming te verkleinen.

  Gangbaar Biologisch
Rassenkeuze Robuuste, sterke rassen; variatie is veerkracht
Bemesting Kunstmest, dierlijke mest Dierlijke mest, organisch compost, groenbemester
Bestrijding Chemisch-synthetische gewasbescherming, gebruik van herbiciden Mechanische onkruidbestrijding, netten, inzetten van vogels en lieveheersbeestjes, preventie via sterke rassen, geen herbiciden
Lorem ipsum

5 redenen om bio te kiezen

Lekker puur

Groenten uit volle grond, dieren die vrij naar buiten kunnen, brood dat de tijd krijgt om te rijzen. Biologische producten zijn puur en vol van smaak. Ze bekoren door hun kwaliteit en authenticiteit. Dat proef je!

Gezond genieten

Biologische producten zijn de vrucht van een zorgvuldig proces dat start bij een vruchtbare bodem of een gezond dier. Bij de verwerking van biovoeding zijn enkel een beperkt aantal additieven en toepassingen toegelaten. Zo leidt bio tot producten met een zuivere samenstelling en hoge voedingswaarde.

Goed voor het milieu

Met vruchtwisseling, natuurlijke bemesting en biologische bestrijding zorgt de bioboer voor een veerkrachtig ecosysteem dat ons allemaal ten goede komt: proper grondwater, bescherming tegen overstroming, tegengaan van klimaatverandering, natuurlijke beheersing van plagen… Bio gebruikt geen kunstmest, geen gewasbescherming van chemisch-synthetische oorsprong en geen ggo’s.

Vriendelijk voor dieren

Biologische dieren eten voedzaam biologisch voer en krijgen de tijd om te groeien in een ruime zonverlichte stal waar ze vrij naar buiten kunnen. Een biologische veeteler kiest zijn rassen zorgvuldig om het gebruik van geneesmiddelen maximaal te beperken. De dieren - en consumenten - varen er wel bij.

100% toekomst

Een agro-ecologische aanpak biedt ons de beste garantie om de wereld te voeden, zonder de draagkracht van de aarde te overschrijden. Wie bio kiest, streeft naar een toekomst met tevreden boeren, rijke oogsten en gezonde mensen. Vandaag en morgen, voor iedereen.