Portret - Alice Reijs: 'Om bioappels te telen moet je sterk in je schoenen staan.'
Actrice Alice Reijs leeft en speelt met hart en ziel. Haar roots liggen in Nederland, maar de liefde van haar leven, acteur Tom Van Dyck, bleek in Vlaanderen te wonen. Van het eten op haar bord verwacht Alice dat het gezond en duurzaam geproduceerd is. Daarom kiest ze voor bio. ‘Je moet heel sterk in je schoenen staan om op een biologische manier appels te telen.’
Je bent het gezicht van onze pitfruitcampagne. Waarom heb je je voor bio geëngageerd?
‘Ik probeer zelf zoveel mogelijk bio te kopen, dat is het minste wat ik kan doen. Iedereen moet zijn steentje bijdragen voor het milieu. Duurzame productie, dierenwelzijn, een eerlijke prijs voor de boer, mijn eigen gezondheid… ik vind al deze redenen even belangrijk. Ik kan echt wakker liggen van schadelijke residuen op mijn groenten en fruit. Waarom wordt een controversieel herbicide als glyfosaat bijvoorbeeld niet volledig verboden? De schadelijkheid voor mens, plant en dier is voldoende bewezen, maar toch wordt dat nog vaak ontkend. De landbouw kan nochtans zonder, dat bewijst bio. Onze landbouwgronden verarmen, onder andere door het gebruik van kunstmest. Ik geloof dat onze groenten en fruit daardoor minder mineralen en nutriënten bevatten dan vroeger.”
STERK IN JE SCHOENEN
Alice, je ging op bezoek bij de fruittelers Bert en Jef Janssens. Heb je ook mogen proeven?
‘In de boomgaard heb ik ontzettend lekkere appels geproefd, Elstar en Jonagold. Als je in zo’n appel bijt, dan druipt het sap eruit. Dat zie je niet vaak. Het meeste hou ik van zoete appels met een tikkeltje zuur. Ze mogen rood en een beetje groen zijn, maar liever niet te geel. Dan vind ik ze vaak wat melig.’
Welke indruk liet hun manier van werken na?
‘Het is fijn om te zien hoe Bert en Jef het levenswerk van hun ouders voortzetten. Ik heb vooral onthouden dat appels telen ontzettend veel werk is! Het is geen makkelijke klus. Zeker niet wanneer je teelt op een biologische manier; dus zonder chemische bestrijdingsmiddelen. Daarvoor moet je heel sterk in je schoenen staan. Het viel me op dat de natuur heel bepalend is in hun leven. Zij kennen hun boomgaard door en door en ze kweken sterke fruitbomen die tegen een stootje kunnen. Ze weten precies welke schimmels of schadelijke beestjes er voorkomen en wanneer en hoe die bestreden kunnen worden ... Ik vind het straf dat ze hun stiel met zoveel liefde uitoefenen terwijl er zoveel tegenslagen zijn waar ze weinig vat op hebben, maar die hun oogst wel zwaar kunnen treffen.’
Nog zaken die je zijn bijgebleven?
‘Ja, Bert en Jef telen appels waar ze zelf voor de volle honderd procent achter staan. Helaas is de vervuiling alomtegenwoordig. Ze vertelden dat je als biologisch boer heel wat inspanningen moet leveren om je boomgaard te beschermen. (Bio gebruikt geen enkele chemische gewasbescherming, maar door historische vervuiling van de bodem en grondwater, drift van spuiten op naburige gangbare akkers... en dergelijke meer kan er soms besmetting optreden, nvdr). Zij planten hagen, om nuttige insecten aan te trekken, maar ook als barrière om vervuiling te vermijden. Dat moet soms toch frustrerend zijn. In de toekomst moet men al bijna in een geïsoleerd stukje wereld leven om nog biologisch te kunnen telen. Biologische boeren verdienen een betere bescherming.”
‘Je moet al bijna in een geïsoleerd stukje wereld leven om nog bio te kunnen telen!’
DOL OP APPELS
Kopen jullie lokaal en seizoensgebonden?
‘We wonen in Antwerpen, en daar zijn gelukkig veel supermarkten en kleinere winkels in de buurt waar je biologische producten kan kopen. Mijn man Tom kookt heel graag en lekker. Hij doet ook meestal de boodschappen. Als er bio is dan kiezen we daar steeds voor. Groenten en fruit kopen we zoveel mogelijk seizoensgebonden. Ik zou bijvoorbeeld nooit een appel uit Zuid-Amerika kopen, als die ook gewoon in – ik zeg zomaar wat - de Antwerpse Kempen geteeld kan worden. Voor een zelfplukboerderij moeten wij de auto nemen. Daarom doe ik dat momenteel liever niet, want dat vind ik geen ecologische keuze. Op wandel- of fietsafstand zou ik zo’n boerderij wel fijn vinden.’
Zijn je kinderen bewuste eters, praten jullie daarover?
‘Als ouders zijn we daar veel mee bezig, maar we willen onze tienerdochters, Lola en Abel, een gezond voedingspatroon meegeven op een leuke, niet-dwingende manier. Vroeger vonden ze dat wel eens vervelend, maar nu genieten ze ook wel van de kippen in de tuin of de bessenstruiken. Tom heeft ooit een cursus tuinieren gevolgd. Omdat er veel vliegverkeer over ons huis passeert, hebben we bodemstalen van onze tuin laten nemen voor we met een moestuin begonnen. Sommige groenten mochten we er niet telen. Onze sperziebonen en tomaten groeiden als kool. De sla en worteltjes bleven erg klein. We hadden het zwaar onderschat. Nu hebben we een gezellige, lekkere tuin die vooral makkelijk in onderhoud is: er staan peren-, pruimen- en kersenbomen, maar ook frambozen en kruisbessen. Ik denk wel dat de kinderen daar iets van oppikken.’
Eet je graag appels?
‘Ja, ik ben dol op appels. Ik kom uit een landelijk Nederlands dorp (Haps, tegen de Duitse grens, nvdr) en daar kocht je fruit niet in de winkel, maar gewoon rechtstreeks bij de boer. Elke week gaven mijn ouders ons, alle kinderen, vijf gulden mee om appels te gaan kopen. We kregen bij de boer dan telkens een grote, tot de nok gevulde boodschappentas. Heerlijk! Als kind waren appels zelfs bijna het enige fruit dat wij aten.’
Smaakt vers geplukt beter?
‘Niet altijd. We hadden vroeger een prachtige appelboom staan. Die gaf heel kleine, knoertharde appeltjes, die helemaal niet lekker waren om zo te eten. Bovendien zaten er vaak wormen in. Maar je kon er wel overheerlijke taarten van bakken! Mijn moeder bakte vroeger ongelooflijk appeltaarten. Mijn dochter, die net als mijn man graag kookt, bakt nu soms nog appeltaart volgens het oude familierecept.’
'Als je in zo’n vers geplukte, biologische appel bijt, dan druipt het sap eruit. Dat zie je niet vaak.'
SLIMME VARKENS
‘Den Elfde van den Elfde’, de fictiereeks die je samen met Tom schreef, gaat over een familie varkenshouders. De reeks ‘Van Vlees en Bloed’ volgt de intriges van een geslacht van beenhouwers. Een thema dat jullie bezighoudt?
‘Vroeger was een stuk varkensvlees een abstract begrip, maar nu kan ik het dier en het vlees op mijn bord niet meer los van mekaar zien. Varkens zijn intelligente dieren. Ik zag een reportage waarin ze in een experiment een computerscherm aanraken en spelen met spiegels en ballen. Dat fascineerde me zo erg., dat ik het graag in een televisieserie wilde gebruiken. Dat idee hielp me om een generatieconflict in beeld te brengen: Joris, de kleinzoon die het bedrijf overneemt, hangt overal speelgoed op in de varkensstal. Hij wil bewijzen dat je varkens niet gewoon in een hok moet steken om vet te mesten. Zijn behoudsgezinde grootvader (rol van Jan Decleir) vreest dat zijn kleinzoon de boerderij wil omschakelen naar bio.’
Eet jij zelf nog vlees?
‘Ik ben vegetariër. Tom en ik aten sowieso al weinig vlees toen de kinderen nog klein waren. In Nederland vond je lokale slagers die biologisch vlees verkochten. In Vlaanderen was dat een stuk moeilijker. Onze kinderen hebben ook nooit veel vlees gegeten, omdat ze dat niet zo lekker vonden. Mensen die vlees eten moeten dat volgens mij veel bewuster doen. Voor mij moet niemand stoppen, maar ik vind wel dat we met z’n allen veel minder vlees moeten gaan eten. Laat vlees maar duur zijn. Dat is een kwestie van respect voor het dier, voor de boer en voor het milieu. Als vlees meer kost dan zouden mensen ook vaker grijpen naar plantaardige producten. Een minder intensieve veeteelt waarbij dieren buiten kunnen lopen, levert volgens mij ook lekkerder en gezonder vlees op.’
‘Mensen die vlees eten moeten dat volgens mij veel bewuster doen.’
EIGEN KINDERBOERDERIJ
Tot slot: Stel dat je minister van Onderwijs was, wat zou je dan op het vlak van voeding willen realiseren?
‘Ik zou de kinderen meer fruit en groenten, en minder vlees laten eten. En ze op jongere leeftijd al de natuur leren kennen. Maar dan wel op een creatieve manier, met de voeten in de aarde. Waarom kinderen niet eens mee naar een boerderij nemen zodat ze zelf kunnen ervaren dat die wortel onder de grond groeit en dat de melk van de koe komt. Ik heb dat zelf met de paplepel meegekregen omdat ik in een dorp ben opgegroeid. Heel veel kinderen groeien op in een stad. Hun ouders vinden het zelfs niet belangrijk om een tuin te hebben. Ik zeg niet dat mijn manier van leven beter is, maar ik zou niet meer zonder tuin kunnen. Als ik opsta wil ik de vogels horen fluiten. Twee jaar geleden heb ik een imkercursus gevolgd, en ik vond dat ook een echte eye opener. Bijen lijken kleine onzinnige beestjes, maar mensen beseffen niet dat ons ecosysteem op zijn kop zou staan zonder hun bestuiving.’
Andere wilde plannen?
‘Ja, ooit droom ik ervan om zelf een kinderboerderij te beginnen, in het midden van de stad. Hoe leuk zou dat zijn? Kinderen uit de buurt kunnen dan verse eieren halen, een geitje melken, met konijntjes spelen…Helaas valt daar in Vlaanderen moeilijk een vergunning voor te krijgen. In Nederland ken ik nochtans enkele mooie voorbeelden waar zo’n kleinschalige kinderboerderij midden in een woonwijk wel werkt.’
‘Ooit droom ik ervan om een kinderboerderij te beginnen, in het midden van de stad