Hoe werkt een bioboer?

Een bioboer doet aan landbouw door met de natuur samen te werken. Hij gaat voor kwaliteit en probeert de negatieve impact op het milieu zo veel mogelijk te beperken. Hij draagt zorg voor de bodem, kiest voor diversiteit en heeft aandacht voor het welzijn van zijn dieren.

Levende bodem

Voor de biologische landbouw is een gezonde bodem de basis voor een duurzame voedselproductie. Gezonde bodems zijn cruciaal voor de zuivering van ons drinkwater, de bescherming tegen overstroming en droogte, het afremmen van klimaatverandering… Een bioboer draagt dan ook veel zorg voor de bodem en alle levende organismes die de bodem bevolken. Hij gebruikt geen kunstmest, maar voedt de bodem met organisch materiaal zoals dierlijke mest of compost. Via vruchtwisseling zorgt hij dat de bodem niet uitgeput wordt. Door kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen links te laten liggen (zoals de wet het voorschrijft), kan het bodemleven zich optimaal ontwikkelen en een rijk en doeltreffend bodemvoedselweb vormen.


Bio Mijn Natuur - Akelei Prei © Frank Toussaint bij bioboerderij Akelei

Vruchtwisseling

Alle gewassen halen tijdens het groeien specifieke nutriënten uit de bodem. Teelt de boer steeds hetzelfde gewas op zijn perceel, dan geraakt de bodem eenzijdig uitgeput, groeien planten minder goed en krijgen plagen en onkruid meer kans om door te breken. De bodem is dan niet meer in balans. Om dat op te vangen, stelt een bioboer een meerjarig teeltplan op, waarbij hij gewassen die veel van de ene voedingsstof vragen, afwisselt met gewassen die veel van een andere voedingsstof nodig hebben.

Ook groenbemesters horen in een meerjarig teeltplan. Dat zijn gewassen die nutriënten aan de bodem kunnen toevoegen. Neem bijvoorbeeld vlinderbloemige gewassen als klaver: zij binden stikstof uit de lucht en geven dat daarna vrij in de bodem. Andere groenbemesters zijn bijvoorbeeld winterrogge en grassen: zij kunnen het organische stofgehalte (waaruit humus ontstaat), sterk verhogen

Onkruidbestrijding

Onkruid verwijderen doet een bioboer op een mechanische manier, dus door het te wieden, of door het onkruid af te branden met een gasbrander. Een chemisch bestrijdingsmiddel (herbicide) inzetten tegen onkruid, zoals bijvoorbeeld glyfosaat, kan in bio niet.

Wieden of wegbranden, dat zijn arbeidsintensieve methodes. Daarom is het voor een bioboer erg belangrijk om onkruid te vermijden. Door te investeren in een gezonde bodem, door een ruime vruchtwisseling toe te passen en door op een slimme manier te zaaien, kan een bioboer het opkomen van onkruid zoveel mogelijk vermijden.

Plaagbestrijding

Biolandbouw wil een duurzaam landbouwsysteem zijn en dus met de natuur samenwerken. Een plaag of ziekte beschouwt de bioboer als een signaal dat zijn ecosysteem niet in evenwicht is. Door dat evenwicht te herstellen, kan hij de plaag of ziekte onder controle krijgen.

Het gebruik van chemische gewasbescherming (insecticiden, fungiciden, herbiciden) past niet in de filosofie en de werkwijze van de biolandbouw. Een bioboer zal dus ziektes en plagen proberen te voorkomen. Hij heeft daar een aantal manieren voor: gezonde gewassen kiezen, teeltrotatie toepassen, de bodem gezond houden en kiezen voor biodiversiteit. Dat kan hij onder meer door te kiezen voor robuuste rassen. Ook het telen van verschillende rassen helpt, want zo doet hij aan risicospreiding. 

Dreigt zijn oogst toch te mislukken door een plaag of een ziekte, dan mag hij, na toelating door de controleorganisatie, gebruik maken van een beperkt aantal natuurlijke bestrijdingsmiddelen. Welke producten toegelaten zijn, staat exact beschreven in de wetgeving. Wat niet vermeld staat, is niet toegelaten. 

Bio Mijn Natuur Koen van Gelder Koe © KVL/Creative Nature op Bioboerderij Koen Van Gelder

Veehouderij

Een bioboer kiest voor een grondgebonden landbouw. Hij houdt nooit meer dieren dan zijn grond aan kan. Dat betekent dat hij de mest gebruikt om zijn eigen grond of de grond van een collega-bioboer te verrijken. In het ideale geval teelt hij ook (een groot deel van) het voer zelf. 

Een biologisch landbouwdier eet biologisch voer. Een biologisch landbouwdier zal dus nooit gevoerd worden met ggo-gewassen. De wet voor bio stelt ook uitdrukkelijk dat het voer dusdanig moet samengesteld zijn dat het de gezondheid van het dier ten goede komt, in elk stadium van zijn leven.

Biologische landbouwdieren moeten voldoende ruimte hebben in de stal om natuurlijk te kunnen bewegen. Ze moeten, behalve tijdens de winter, vrij naar buiten kunnen. Bio stimuleert en faciliteert dus soorteigen gedrag.

Medicatie en medische ingrepen zoals keizersnede, worden zoveel mogelijk vermeden. Dat betekent uiteraard niet dat een ziek dier aan zijn lot wordt overgelaten. Het betekent wel dat de melk of het vlees van een dier dat niet sterk en gezond genoeg is en meer medicatie nodig heeft dan bio toelaat, niet als bio mag verkocht worden.

Anders gezegd: een biologische veehouder streeft ernaar dat zijn dieren een natuurlijke weerstand tegen ziekten opbouwen. Belangrijk, want een bioboer gebruikt alleen in uiterste nood antibiotica. En dat komt ook onze gezondheid ten goede.

Meer hierover lees je in "Hoe zorgt een bioboer voor het welzijn van zijn dieren?".

Lorem ipsum

5 redenen om bio te kiezen

Lekker puur

Groenten uit volle grond, dieren die vrij naar buiten kunnen, brood dat de tijd krijgt om te rijzen. Biologische producten zijn puur en vol van smaak. Ze bekoren door hun kwaliteit en authenticiteit. Dat proef je!

Gezond genieten

Biologische producten zijn de vrucht van een zorgvuldig proces dat start bij een vruchtbare bodem of een gezond dier. Bij de verwerking van biovoeding zijn enkel een beperkt aantal additieven en toepassingen toegelaten. Zo leidt bio tot producten met een zuivere samenstelling en hoge voedingswaarde.

Goed voor het milieu

Met vruchtwisseling, natuurlijke bemesting en biologische bestrijding zorgt de bioboer voor een veerkrachtig ecosysteem dat ons allemaal ten goede komt: proper grondwater, bescherming tegen overstroming, tegengaan van klimaatverandering, natuurlijke beheersing van plagen… Bio gebruikt geen kunstmest, geen gewasbescherming van chemisch-synthetische oorsprong en geen ggo’s.

Vriendelijk voor dieren

Biologische dieren eten voedzaam biologisch voer en krijgen de tijd om te groeien in een ruime zonverlichte stal waar ze vrij naar buiten kunnen. Een biologische veeteler kiest zijn rassen zorgvuldig om het gebruik van geneesmiddelen maximaal te beperken. De dieren - en consumenten - varen er wel bij.

100% toekomst

Een agro-ecologische aanpak biedt ons de beste garantie om de wereld te voeden, zonder de draagkracht van de aarde te overschrijden. Wie bio kiest, streeft naar een toekomst met tevreden boeren, rijke oogsten en gezonde mensen. Vandaag en morgen, voor iedereen.