Hoe gaat een bioboer om met gewasbescherming?
In de biolandbouw mogen gewasbeschermingsmiddelen alleen worden ingezet als het echt nodig is. Alle natuurlijke middelen die de bioboer mag gebruiken, zijn eveneens toegelaten in de gangbare landbouw. Anders gezegd: de bioboer mag - uiteraard! - niets gebruiken dat verboden is voor de gangbare boer.
Er is wel eens controverse over de toegelaten middelen in bio. Uit onderzoek blijkt echter dat de overschrijdingen van streefwaarden voor concentraties van bestrijdingsmiddelen in drinkwater, bodem of zout oppervlaktewater uitsluitend veroorzaakt worden door middelen die niet in de biologische landbouw worden toegepast.
Slim boeren om chemische gewasbescherming te vermijden
Het gebruik van chemische gewasbescherming (insecticiden, fungiciden, herbiciden) past niet in de filosofie en de werkwijze van de biolandbouw. Een bioboer zal dus ziektes en plagen proberen te voorkomen. Hij heeft daar een aantal manieren voor: gezonde gewassen kiezen, teeltrotatie toepassen, de bodem gezond houden en kiezen voor biodiversiteit. Je leest er meer over in de FAQ Waarom is biolandbouw goed voor het milieu?
Biolandbouw wil een duurzaam landbouwsysteem zijn en dus met de natuur samenwerken. Een plaag of ziekte beschouwt de bioboer als een signaal dat zijn ecosysteem niet in evenwicht is. Door dat evenwicht te herstellen, kan hij de plaag of ziekte onder controle krijgen.
De biosector brengt trouwens liever geen producten op de markt met residuen die mogelijk een gezondheidsrisico meebrengen.
Enkel toegelaten natuurlijke middelen
Biologische landbouwers mogen indien nodig enkele natuurlijke bestrijdingsmiddelen gebruiken.
Voor sommige van de in bio toegelaten stoffen gelden bovendien beperkingen in gebruik. Ze mogen bijvoorbeeld alleen tegen bepaalde insecten of plagen worden gebruikt of alleen voor bepaalde gewassen. Ook op de hoeveelheid gelden voor sommige stoffen beperkingen.
Stoffen die in bio zijn toegelaten op de plant, zijn bijvoorbeeld bijenwas (op snoeiwonden), plantaardige olie (als schimmeldodend middel), bitterhoutextract of neemextract (als insecticide). Deze stoffen worden op de plant verstoven of aangebracht.
Andere toegelaten middelen komen dan weer niet in aanraking met het gewas of het milieu. Zo worden in een boomgaard insectenvallen gezet met feromonen om schadelijke insecten te bestrijden. Deze vallen worden na gebruik verwijderd en vernietigd.
Twee middelen die vaak voor beroering zorgen zijn koper en zwavel. Het zijn natuurlijke middelen, maar bij overmatig gebruik kunnen ze schadelijk zijn. Koper is toegelaten als bacterie- en schimmeldodend middel en wordt onder andere gebruikt bij de teelt van aardappelen en van fruit. Zwavel is toegelaten als schimmeldodend middel en acaricide (= om teken en mijten te bestrijden) en wordt gebruikt in de fruitteelt. Sommige bioboeren gebruiken deze middelen, anderen niet.
Milieu-impact blijft beperkt
Wat criticasters ook mogen beweren, de negatieve invloed van de middelen die in bio toegelaten zijn, blijft beperkt. Uit onderzoek (zie onder) blijkt dat overschrijdingen van streefwaarden voor concentraties van bestrijdingsmiddelen in drinkwater, bodem of oppervlaktewater uitsluitend veroorzaakt worden door middelen die niet in de biologische landbouw worden toegepast.
Bovendien blijkt dat de milieubelasting die ontstaat door het geringe gebruik van biologische middelen op biologische praktijkbedrijven, veel lager is dan op gangbare praktijkbedrijven. De milieubelasting is bovendien beperkt tot overschrijdingen van streefwaarden voor de schade aan het waterleven, veroorzaakt door het gebruik van piperonylbutoxine/pyrethrine. Er worden ondertussen alternatieven gezocht en reeds gebruikt onder de vorm van pyrethrines zonder piperonylbutoxide maar met koolzaadolie als hulpstof.
Bron: WUR, Verantwoorde en communiceerbare argumenten bij biologische producten: milieueffecten, 2007
Residuen?
De biologische sector moet zich houden aan verschillende productienormen. De controleur gaat na of de wettelijke normen zijn gerespecteerd. Het certificaat voor bio is dus een certificaat voor een productiewijze, niet voor een eindresultaat.
Doordat de bioboer geen chemisch-synthetische gewasbescherming (insecticiden, fungiciden, herbiciden) mag gebruiken, komen er maar zelden residuen voor op biologische groenten en fruit of in verwerkte producten. Toch kunnen we de aanwezigheid van residuen niet met 100% zekerheid uitsluiten want de biosector werkt niet onder een glazen stolp! Sommige bioboeren hebben gangbare collega's, sommige verwerkende bedrijven die bioproducten verwerken, verwerken ook gangbare producten enzovoort. In een zeer beperkt aantal gevallen gebeurt het dat een bioproduct 'gecontamineerd' wordt door een gangbaar product zodat er toch een zeer kleine hoeveelheid residuen op een bioproduct kunnen teruggevonden worden.
Bedenk dat dit weinig voorkomt en om zeer kleine hoeveelheden gaat. En dat de biosector er hard aan werkt om deze uitzonderlijke contaminatie te vermijden.
Meer vragen over 'Goed voor het milieu'
- Hoe werkt een bioboer?
- Waarom is biolandbouw goed voor het milieu?
- Waarom volgen bioveehouders het principe van de grondgebondenheid?
- Welke gewasbeschermingsmiddelen zijn toegelaten in de biologische landbouw?
- Begrijp jij deze termen: 'chemische pesticiden', 'chemisch-synthetische gewasbescherming', 'biologische bestrijding'?